Leven na misbruik

Gepubliceerd op 30 mei 2023 om 12:02

De eerstvolgende nacht was vreselijk, want ik werd geteisterd door herbelevingen aan het ongewenste seksuele contact. Ik lag de hele nacht wakker en keek mijn kamer rond. Ik werd overvallen door alle spullen die mij aan mijn vriendje deden denken.

De volgende dag raasde ik als een tornado door mijn kamer en verzamelde alle foto’s van ons samen en bezittingen van mijn vriendje. Ook zocht ik alle spullen, die mij maar aan hem deden denken, bij elkaar. Ik wilde deze spullen zo snel mogelijk uit mijn huis weg hebben en vroeg mijn ouders de spullen samen terug te brengen. Mijn ouders steunden mij hierin en brachten mij naar het huis van mijn vriendje, waar ik aanbelde. Al snel deed hij zelf open. Vrijwel direct kwam zijn moeder achter hem staan. Zij nodigde mij uit om naar binnen te komen. Ik stemde daarmee in en volgde haar de trap op naar boven. Daar bleef ik in de deursponning van mijn vriendje zijn slaapkamer staan. Hij ging op de rand van zijn bed zitten, boog zich voorover en begroef zijn gezicht in zijn handen. Hij praatte niet tegen mij en keek mij niet aan. Zijn moeder kon maar al te goed praten. “Als je meerderjarig was geweest, dan was dit geen probleem en hadden jullie dit kunnen oplossen. Onze huisarts heeft gezegd dat dit gewoon normaal gedrag is voor een jongeman. Zo hoeft het toch niet te eindigen Sanne, jullie zijn voor elkaar gemaakt.” Maar zo eindigde het dus wel. Mijn eigen vriendje kon niet eens sorry zeggen voor wat hij mij had aangedaan. Hij zat vol zelfmedelijden en kon alleen maar aan de consequenties voor hemzelf denken en sprak dit ook allemaal hardop uit. Dat gaf de doorslag. Ik wilde deze jongen nooit meer zien. Het was vrijdagmiddag en mijn ouders en ik zaten weer thuis op de bank na het bezoekje aan mijn inmiddels ex. Ik kreeg van mijn ouders te horen dat ik na het weekend op het politiebureau werd verwacht om eventueel mijn verhaal te doen. Verder hadden mijn ouders nog contact gehad met het Centrum Seksueel Geweld. Ik zou in Utrecht op gesprek kunnen komen om de gebeurtenis verder te kunnen bespreken.

Van de buitenkant leek het alsof ik controle had over de situatie en dat ik de gebeurtenis op de juiste manier aan het verwerken was. Daarom besloten mijn ouders en ik om het aanbod om op gesprek te komen niet aan te nemen. Als gezin waren we heel hecht en we waren ervan overtuigt dat wij sterk genoeg waren het misbruik zelf een plekje te kunnen geven. Ik overbrugde het weekend door te praten met mijn ouders, te schrijven in mijn nieuwe dagboekje en mijn kamer verder op te ruimen. Mijn kamer was namelijk een trigger geworden en deed mij telkens weer denken aan het misbruik. Na het weekend zat ik samen met mijn ouders in de wachtruimte van het politiebureau. Na even te hebben gewacht, werd ik uit de wachtruimte gehaald door een agente. We liepen door de gangen van het gebouw, namen de lift naar boven en vervolgens liepen we door nog meer gangen heen. Uiteindelijk kwamen we aan bij een verhoorkamer, waar ik mocht plaatsnemen. Wat mij meteen opviel was dat de ruimte erg kaal was en dat het maar één raam had waar ook nog eens blindering voor hing. Die ene tl-buis die aan het plafond hing, was niet voldoende om de kamer echt te verlichten. De ruimte was dus vrij donker. Na de kamer te hebben gecheckt, viel mij de mannelijke rechercheur op die links van mij achter een groot bureau zat. Ik schudde hem de hand en nam daarna tegenover hem plaats in de stoel aan het bureau. Ik begon hard te huilen en de vrouwelijke agent bracht mij tissues. Ik deed mijn verhaal en de mannelijke agent typte deze uit in de computer. Na mijn verhaal te hebben gedaan, zei de politieagent mij dat dit geen stevige rechtszaak zou gaan zijn. Door het gebrek aan bewijzen zou het zijn woord tegen de mijne zijn en de kans was nihil dat ik de zaak zou winnen. Ik werd naar huis gestuurd met het verzoek erover na te denken of ik een rechtszaak wilde aanspannen, of dat ik het bij een aangifte zou laten.

Thuis besefte ik mij dat er inderdaad maar weinig bewijslast was en ik besloot het er maar bij te laten. Ik deed aangifte omdat het mij geadviseerd werd en deed het niet voor mijzelf. Het zou mij toch geen gerechtigheid geven. Wat mij wel voldoening gaf, was dat mijn verhaal bekend was bij de politie en ik hoopte dat dit mijn ex ervan zou weerhouden om vaker iemand te misbruiken. In de dagen die na de aangifte volgden, merkte ik dat ik mijn emoties maar slecht kon uiten en dat ik ze steeds meer opkropte. Het lukte mij niet goed om met mijn ouders te praten over het misbruik, omdat het een te beladen onderwerp was. Vanaf de dag dat ik ben misbruikt, bleef ik wel consequent in mijn dagboekje schrijven. Dat was de enige plek waar ik mijn emoties uitte. Ik schreef zo eerlijk en uitgebreid mogelijk op wat ik mee- en doormaakte, welke gedachten ik had en welke emoties ik voelde. Mijn dagboeken waren rauw en puur, maar in het échte leven hield ik een masker op. Ik liet mijn emoties niet zien naar de buitenwereld toe. Een tijdje na het misbruik, zocht ik een bijbaantje. Ik vond dat het tijd was om mij over mijn verleden heen te zetten en door te gaan met leven. Ik verlegde mijn focus door mij op een nieuw doel te storten, namelijk: mijn kamer terug claimen. Ik vond het moeilijk om elke avond terug te moeten gaan naar de plek waar ik was misbruikt. Op een brute manier ben ik als persoon beschadigd in mijn eigen huis. Ik was misbruikt in mijn eigen kamer, terwijl mijn vader boven mij sliep en mijn moeder onder mij. Ik had nooit misbruikt mogen worden op de veiligste plek op aarde, tussen mijn ouders in. Door het misbruik kreeg ik thuis last van angsten en van herbelevingen. De grootste trigger voor het in mijn hoofd opnieuw meemaken van het trauma waren de spullen in mijn kamer. De beelden waren zo realistisch, dat ik erg bang werd. Om door te kunnen gaan met leven, moesten de spullen die mij aan het misbruik deden denken dus verdwijnen.

Om dit project te kunnen bekostigen, werkte ik bij een winkelketen. Gelukkig hielpen ook mijn ouders mij dit project te bekostigen. Ik verving mijn bed, bureau, matrassen, dekbedden, lakens en kussens. Helaas veranderde het vervangen van de spullen niks aan de grillige sfeer die voor mij nu in mijn kamer hing. Niet alleen thuis kreeg ik last van angstklachten en herbelevingen, maar ook buitenshuis verergerden deze klachten. Op straat was ik ook continue alert, omdat ik bang was om mijn misbruiker tegen het lijf te lopen. Hij woonde immers dichtbij. Hij beïnvloedde mijn leven, ondanks dat hij er geen deel meer van uitmaakte. Helaas liep ik mijn ex daadwerkelijk regelmatig tegen het lijf, bijvoorbeeld tijdens het boodschappen doen. Gelukkig waren mijn ouders dan meestal ook bij mij en zij boden mij steun en veiligheid. Het feit dat mijn misbruiker nog geen twee kilometer van mij vandaan woonde, was onverdraaglijk. Ook zijn familieleden woonden binnen een straal van drie kilometer van mijn huis. Verder werkte hij nog steeds op het winkelcentrum, waar ik zo graag kwam. Zijn leven hinderde mij in het leiden van mijn leven. Als ik buiten liep, was ik obsessief bezig met het scannen van mijn omgeving. De angst en het verlies van controle namen mijn leven over. Toch ging het leven gewoon door. Ik leidde mijzelf niet alleen af met mijn project al mijn spullen te vervangen, maar ook door te werken. Ik kon het werk goed volhouden, maar ik vond het wel erg saai. Ik had weinig aansluiting bij mijn collegae. Ze vonden mij goed in mijn werk achter de kassa, maar het opvouwen van kleding en het schoonmaken van de winkel duurde hen te lang. Een collega bestempelde mij ten onrechte als lui. Ze begrepen niet dat de taak bij mij langer duurde, omdat ik verschrikkelijk perfectionistisch was. Opgevouwen kleding moest écht recht en symmetrisch aan elkaar liggen en met het dweilen van de winkel mocht ik van mijzelf geen enkel plekje missen. Helaas werd mijn inzet niet positief beloond, maar bekritiseerd. Dit maakte het soms wel zwaar om met een positieve houding in de winkel te staan.

Wat mijn functioneren ook niet ten goede deed, was mijn angst om mijn ex-vriendje te zien tijdens het werken. Hij werkte immers nog steeds in de supermarkt en die bevond zich recht tegenover mijn werkplek. Het was dus onvermijdelijk, dat ik hem af en toe voorbij de winkel zag lopen. Op de momenten dat ik met hem werd geconfronteerd, herhaalde het misbruik zich weer in mijn hoofd. Dat maakte mij angstig en paniekerig, wat vaak leidde tot een te snelle hartslag en hyperventilatie. Als ik mijn ex tijdens mijn werk zag, vluchtte ik naar het kantoor achterin de winkel om wat te drinken en op adem te komen. Het was naar te moeten constateren dat ik mij nu onveilig voelde in de buurt waar ik twaalf jaar met veel plezier en een veilig gevoel had gewoond. De meeste jeugdherinneringen die ik had, waren verbonden aan het liefdevolle huis waarin ik bijna mijn hele leven had gewoond en aan de buurt waarin ik opgegroeid was. De liefde en warmte die ik van mijn ouders ontving, al mijn uitstapjes naar het winkelcentrum met mijn moeder, logeerpartijtjes met mijn jeugdvriendin, mijn kamer waar ik mij kon terugtrekken na alle pesterijen, het ontdekken van mijn eerste ongesteldheid, het zien opgroeien van mijn kleine broertje, de vele wandelingen over de dijk en het vieren van mijn eindexamen in onze tuin zijn allemaal voorbeelden. Al deze fijne herinneringen werden nu overschaduwd door de negatieve ervaring. Mijn gevoel van veiligheid en stabiliteit was bruut van mij afgepakt. Daarnaast had het misbruik mijn zelfbeeld en –waarde ook geschaad. Ik voelde mij overal onveilig. Doordat ik op veel verschillende manieren steeds aan het misbruik werd herinnerd, kon ik niet helen van wat mij overkomen was. Alle plekken waar ik mij als kleine meid veilig had gevoeld en troost had gevonden, waren nu gevaarlijk geworden.

Hoe kon ik herstellen, als ik in mijn leven voor mijn gevoel geen enkele veilige plek meer had? Hoe kon ik mijn leven weer opbouwen, als ik vol wantrouwen naar de wereld keek? Hoe kon ik met mijzelf leven, als ik vol zelfverwijt zat over wat mij was overkomen? Hoe kon ik mij staande houden in de maatschappij, terwijl mijn zelfbeeld zo negatief was? Hoe kon ik verder leven met de pijn in mijn ziel?


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.